GESPREKSAVOND ROND ARMOEDE EN ARMOEDEBESTRIJDING
Op initiatief van de Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging Lier, Uitstraling Permanente Vorming Lier en het Huis van de Mens, had in de Colibrantzaal een avond rond het thema ‘Armoede en armoedebestrijding in tijden van crisis’ plaats. Jef Wellens mocht met OCMW-voorzitter en schepen Marleen Vanderpoorten en Prof. Dr. Em. Jan Vranken van de Universiteit Antwerpen twee eminente gastsprekers verwelkomen.
Marleen Vanderpoorten hing een gedetailleerd beeld op van de armoede in Lier. Het aantal leefloners steeg in Lier met 11,4% (tegenover 11,2% in Vlaanderen) in vergelijking met het vorige jaar. 5.014 personen moeten het stellen met een laag inkomen en ontvangen een verhoogde tegemoetkoming. De stad wordt geconfronteerd met een hoge ongekwalificeerde uitstroom van jongeren en een hoge jeugdwerkloosheid. Het aandeel van de jonge werklozen bedraagt 23,5% van het totale aantal werkzoekenden. Tot besluit gaf ze een overzicht van de talrijke acties en initiatieven die door de plaatselijke overheid worden genomen.
Prof.dr.em. Jan Vranken is een autoriteit op het vlak van de studie van de armoede. Hij is directeur van het studiecentrum OASeS (Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en Stad). 1 op de 5 Belgen loopt in 2016 het risico op armoede en moet het stellen met een inkomen onder de armoedegrens. Volgens het Federaal Planbureau zou het aantal personen dat door armoede of sociale uitsluiting bedreigd wordt, tegen 2018 dalen van 21,1% tot 20,7%. Tegen 2030 zou dit aantal verder dalen tot 16,1%. 14,9% van de Belgische en 11,1% van de Vlaamse bevolking valt onder de EU-armoedegrens. De kloof tussen arm en rijk neemt in de meeste EU-landen verder toe. Tijdens zijn rijkelijk gedocumenteerd betoog ging hij verder in op o.m. het belang van solidariteit, de ongelijkheid die reeds wordt opgebouwd tijdens de schoolloopbaan, de levensverwachting in functie van het opleidingsniveau en het belang van het middenveld. Kinderen die in armoede moeten leven, worden behept met een valse start en dit voor hun verdere levensloop.
